Herzien lenteakkoord overeengekomen

De afspraken wijken op een aantal onderdelen af van de eerder gepubliceerde berichten. Voor zover uit de eerste publicaties blijkt, gaat het om de volgende maatregelen op het terrein van de belastingheffing en de sociale zekerheid. Het is niet op alle onderdelen duidelijk hoe deze zich verhouden tot de eerder gepubliceerde maatregelen. Wij benadrukken hier dan ook dat de uiteindelijke voorstellen toch nog kunnen afwijken van het onderstaande overzicht.

Fiscale maatregelen

• Het btw-tarief gaat per 1 oktober 2012 van 19% naar 21%. De btw-verhoging wordt voor € 1,5 miljard teruggegeven aan de burger via de inkomsten- en loonbelasting. De tarieven van de eerste en tweede schijf van box 1 van de inkomstenbelasting worden met 0,4%-punt verlaagd, naar 1,55%, respectievelijk 10,4%. Het maximum van de arbeidskorting stijgt met € 70. De rest van de opbrengst van de btw-verhoging wordt vanaf 2014 op vergelijkbare wijze teruggegeven aan de burger.
• De vorig jaar ingevoerde btw-verhoging van 6% naar 19% op theaterbezoek wordt vanaf 1 juli 2012 teruggedraaid. Zodra de maatregel officieel bekend is gemaakt, kan voor het lage tarief een kaartje voor 1 juli of later worden aangeschaft.
• In 2013 moeten werkgevers tijdelijk 16% extra belasting betalen over lonen die meer dan € 150.000 bedragen. Het gaat hier dus om een werkgeversheffing.
• Vertrekbonussen van minimaal € 531.000 worden belast tegen 75% (is nu 30%).
• Er komt geen inflatiecorrectie voor de belastingschijven.
• De accijnzen op sigaretten gaan met € 0,35 per pakje omhoog. Shag wordt 60 cent per pakje duurder.
• De accijns op bier gaat met 10% omhoog en de accijns op wijn en tussenproducten met 15%. Sterke drank wordt 6% meer belast.
• Er vindt een lastenverhoging plaats ter zake van de aardgasheffing, leidingwaterbelasting, kolenbelasting, rode diesel en eurovignet. De leidingwaterbelasting wordt vooralsnog niet afgeschaft, evenmin als het Eurovignet en de frisdrankenbelasting. De opbrengst daarvan wordt (deels) teruggesluisd naar de burger door een verlaging van de tarieven van de loon- en inkomstenbelasting.
• De beloofde lastenverlichting van € 430 miljard aan het bedrijfsleven wordt niet uitgekeerd.
• De opbrengst van de bankenbelasting wordt verdubbeld van € 300 miljoen tot € 600 miljoen.
• Het woon-werkverkeer wordt (zwaarder) belast, door het afschaffen van de onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 per kilometer. Het vergoeden van de kosten van zakelijke reizen blijft onbelast tot € 0,19 per kilometer.
• De woon-werkkilometers met de auto van de zaak worden voortaan als privé aangemerkt.
• Groen beleggen blijft fiscaal gefacilieerd.
• Vanaf 1 januari 2013 is voor nieuwe hypotheken de betaalde rente alleen aftrekbaar als het echt om een lening gaat die gedurende de looptijd volledig en ten minste annuïtair wordt afbetaald. Voor degenen die een waardevermeerderende investering doen via een hogere hypotheek wordt een uitzondering gemaakt. Dat geldt ook voor energiebesparende voorzieningen. Nieuwe hypotheken mogen op termijn niet meer bedragen dan de waarde van het huis. Voor starters komt er een overgangsregeling, waardoor zij nog tijdelijk een hogere hypotheek kunnen aangaan. Voor bestaande hypotheken verandert er niets. Voor iedereen blijft de aflossingsperiode met renteaftrek 30 jaar.
• Vanaf 2013 komt er een verhuurdersbelasting.

Sociale zekerheid

• De AOW-leeftijd gaat vanaf 2013 jaarlijks omhoog. In 2013, 2014 en 2015 geschiedt dat telkens met een maand. Vanaf 2016 gebeurt dat drie jaar lang met twee maanden per jaar. In 2019 stijgt de AOW-leeftijd met drie maanden zodat die dan 66 jaar bedraagt. Daarna gaat de AOW-leeftijd ieder jaar met vier maanden omhoog, zodat mensen in 2023 pas vanaf hun 67e recht krijgen op AOW. Vanaf 2023 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting, in stappen van drie maanden per jaar. Als overgangsregeling kan tot 2015 gebruik worden gemaakt van een voorschotregeling. Daarmee kan vanaf het 65e jaar AOW worden aangevraagd, op voorwaarde dat die uitkering geleidelijk, maar op korte termijn wordt terugbetaald.
• De doorwerkbonus wordt afgeschaft.
• Het ontslagrecht en de WW worden aangepast. De duur en hoogte van de uitkering ingevolge de WW blijft ongewijzigd. De werkgever is gedurende het eerste half jaar de
• WW-uitkering verschuldigd. Het UWV keert de uitkering ingevolge de WW uit en verhaalt de kosten op de werkgever. In 2013 wordt de WW-premie voor werkgevers tijdelijk verhoogd.
• De ontslagvergoedingen worden gemaximeerd en omgezet in een persoonlijk budget dat gebruikt kan worden voor scholing en werk-naar-werktrajecten. Vanaf 2014 geldt de norm van een kwart maandsalaris per gewerkt jaar als ontslagvergoeding, tot een maximum van een half jaarsalaris.
• Gezinnen met een verzamelinkomen van € 125.000 ontvangen geen kinderopvangtoeslag meer.
• De kinderbijslag blijft bevroren in 2013 en 2014.

Bron