Rentenadeel
Volgens de Hoge Raad hebben belastingplichtigen een rentenadeel als de Belastingdienst een te hoge voorlopige aanslag vermindert, terwijl ook een negatieve voorlopige aanslag kon worden opgelegd. Hierdoor ervaren belastingplichtigen een rentenadeel van zes maanden. De Belastingdienst gaat dit rentenadeel vergoeden.
Bij inkomsten- en vennootschapsbelasting
De situatie kan zich voordoen bij de vennootschapsbelasting over 2005 tot en met 2009 en de inkomstenbelasting over de jaren 2006 tot en met 2009. De vergoeding heeft maximaal betrekking op de tweede helft van het betreffende belastingjaar. Als het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar derhalve over de periode van 1 juli t/m 31 december. De periode kan korter zijn als de voorlopige aanslag na 1 juli is opgelegd, of voor 31 december is verminderd. Vanaf 2010 de wet is gewijzigd. Vanaf aanslagjaar 2010 zijn de tijdvakken waarover heffings- en invorderingsrente worden berekend gelijk aan elkaar en is er dus geen sprake meer van enig rentenadeel.
Bezwaar
De Belastingdienst vergoedt alsnog heffingsrente op al verleende verminderingen van voorlopige aanslagen over belastingjaren waarvan op 30 september 2011 de definitieve aanslag niet onherroepelijk vaststond. Dit geldt ook voor bezwaar of beroep tegen deze heffingsrente waarop nog niet is beslist.
Automatisch
De Belastingdienst vergoedt automatisch de heffingsrente. Belastingplichtigen hoeven hier niet om te verzoeken. Voor de vennootschapsbelasting start de actie in december 2011. De vergoeding voor de inkomstenbelasting gaat later van start.