De Nederlandsche Bank (DNB) heeft in verband met de overtreding van artikel 3:5 Wet financieel toezicht maatregelen getroffen jegens GoodWood Investments B.V. (hierna: GWI). Over de huidige situatie bij GWI is een Q&A opgesteld.
Q: Waarom mocht GWI in het verleden eigenlijk bepaalde overeenkomsten niet sluiten?
A:
Q: Waarom mag het aantrekken van opvorderbaar geld uitsluitend met een ontheffing van DNB?
A:
Q: Wat heeft DNB gedaan om de overtreding van GWI te beëindigen?
A:
Q: Wat doet de curator bij GWI?
A:
Q: Wat heeft GWI gedaan om de overtreding te beëindigen?
A:
Q: Gaat het door GWI aangekondigde plan om een beleggingsfonds te starten nog door?
A:
Q: Wat gebeurt er als GWI failliet gaat?
A:
Algemene informatie
Het algemene informatienummer van DNB is (0800) 020 1068.
Bron
De door GWI illegaal aangetrokken gelden vallen niet onder het depositogarantiestelsel. Dit betekent dat in geval van faillissement van GWI uw opvorderbare geld als concurrente vordering op de failliete boedel zal worden meegenomen. De faillissementscurator zal uiteindelijk bepalen of, en in welke mate uw opvorderbare geld zal worden voldaan.DNB weet op dit moment niet of de geplande conversie nog doorgaat. Het is aan GWI om de inleggers te informeren over de stand van zaken. DNB wil dat GWI overtreding van artikel 3:5 Wft beëindigt. Als GWI dit niet doet via de voorgestelde conversie, dan moet GWI dit op een andere manier doen.GWI heeft voorgesteld aan DNB om de overtreding te beëindigen door de betreffende inleggers een voorstel te doen om hun 'opvorderbaar geld' om te zetten in een participatie in een beleggingsfonds dat onder toezicht zou komen te staan. Het omzetten van de overeenkomst met opvorderbaar geld naar een participatie in een beleggingsfonds noemen we 'conversie'. Op 2 oktober 2010 heeft GWI een persbericht uitgebracht waarin staat dat er als gevolg van liquiditeitsproblemen vertraging is opgetreden bij de conversie naar beleggingsfonds.De curator is aangesteld om een einde te maken aan de overtreding van artikel 3:5 Wft. Het is dus geen faillissementscurator, maar een curator die probeert om GWI de overtreding te laten beëindigen. Hij heeft echter geen wettelijke bevoegdheid om de overtreding te beëindigen. Het bestuur van GWI moet dit zelf doen. De curator overlegt met het bestuur en probeert waar mogelijk te faciliteren, maar het blijft de verantwoordelijkheid van GWI om de overtreding te beëindigen.Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft DNB in het gelijk gesteld dat GWI de wet heeft overtreden door zonder ontheffing opvorderbare gelden aan te trekken (artikel 3:5 Wft). DNB heeft vervolgens een formele maatregel, een zogenoemde aanwijzing, opgelegd aan GWI om de overtreding te beëindigen. Toen GWI deze aanwijzing niet heeft opgevolgd heeft DNB een curator bij GWI benoemd.Volgens de wet mag een onderneming geen opvorderbare gelden aantrekken, tenzij DNB daarvoor uitdrukkelijk toestemming geeft. Op deze wijze kan DNB onder meer toezicht houden op de vereiste solvabiliteit- en liquiditeit van die onderneming. De reden hiervoor is dat een onderneming in staat moet zijn om ook daadwerkelijk aan zijn toezegging jegens de inleggers te kunnen voldoen. Het risico voor u als inlegger wordt op die manier beperkt. Zonder ontheffing is er een risico dat opvorderbare gelden niet worden terugbetaald. Een onderneming zonder de vereiste ontheffing mag dus geen opvorderbare gelden aantrekken. Door dit toch te doen heeft GWI artikel 3:5 van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) overtreden.GWI heeft in het verleden overeenkomsten met inleggers gesloten waarin een recht voor de inlegger was opgenomen dat de inleg na een aantal jaren gegarandeerd zou worden terugbetaald als de inlegger hierom zou vragen. Dit noemen we 'opvorderbaar geld' en het aantrekken en onder je houden van opvorderbaar geld mag uitsluitend met een ontheffing van DNB.
Het is illegaal om opvorderbare gelden onder de grens van 50.000 EUR. aan te trekken tenzij er sprake is van de volgende omstandigheden:
- Een partij heeft een bankvergunning. Dit betreft een vergunning op basis van artikel 2:11 Wft. In het register kan opgezocht worden of de betreffende instelling beschikt over een dergelijke vergunning.
- Een partij heeft een ontheffing van DNB om opvorderbare gelden aan trekken. In het register kan worden opgezocht of betreffende instelling een houder is van een ontheffing van het verbod van artikel 3:5 Wft.
- Een partij biedt effecten aan met een vergunning of een goedgekeurd prospectus van de AFM. Zie hiervoor de website van de AFM: http://www.afm.nl/nl/consumenten/vertrouwen/bedrijf_bekend.aspx.
Bron