De collectieve zorguitgaven vormen een steeds groter deel van het bruto binnenlands product: van 7,4% in 1998 naar 9,8 % in 2010. Wanneer de stijging zich in dit tempo voortzet, dreigt een onhoudbare situatie; niet alleen voor de schatkist. Zo stijgen de zorguitgaven sneller dan de groei van de economie en drukken ze de koopkracht van burgers. Ook kan het mechanisme van solidariteitsoverdrachten van gezonden naar zieken, van jongeren naar ouderen, van hoge naar lage inkomens en van werkenden naar niet-werkenden onder druk komen te staan. Schippers constateert verder dat drie grote uitgavencategorieën de levensloop van de gemiddelde burger domineren: de kosten voor zijn woning, de uitgaven voor zijn zorg en de opbouw van zijn pensioen.
Schippers vraagt de SER advies hoe het groeitempo van de collectieve uitgaven in (curatieve en langdurige) zorg verlaagd kan worden en structureel te beheersen is. Hierbij moet ook de rol die sociale partners daarbij kunnen vervullen worden betrokken. Eveneens wil de bewindsvrouw aandacht voor de inrichting, (markt)ordening en financiering van zorg, daarbij rekening houdend met de betaalbaarheid, toegankelijkheid, beschikbaarheid en kwaliteit van de zorg. Schippers wil verder inzicht in de mogelijkheden van burgers om pensioeninkomen en vermogen in te zetten voor zorgarrangementen. Ten slotte wil ze geadviseerd worden over hoe te anticiperen op lange termijn-personeelstekorten in de zorgsector, afgestemd met mogelijke gevolgen daarvan voor andere sectoren.
De forse stijging van de zorguitgaven wordt veroorzaakt door uiteenlopende factoren als de vergrijzing, medisch-technologische ontwikkelingen en het gegeven dat er steeds meer chronisch zieken zijn. In deze kabinetsperiode wordt 15 miljard extra voor de zorg uitgetrokken. Wanneer er op korte termijn niet zou worden ingegrepen, zouden de kosten in 2015 een overschrijding van circa 3 miljard euro kunnen laten zien. Om die reden heeft minister Schippers vorige week maatregelen afgekondigd om de uitgavengroei in de zorg te temperen. Ondanks alle maatregelen blijft er financiële ruimte om de zorg beheerst te laten groeien.