Beroep op arrest Zambrano wordt niet snel geaccepteerd
Het EU-Hof verleende eerder dit jaar in het opmerkelijke arrest Zambrano aan illegaal verblijvende ouders met de nationaliteit van een derdeland het recht op een verblijfsvergunning en een werkvergunning, omdat hun kinderen de EU-nationaliteit hadden. Het ECER organiseerde daarover op 10 maart 2011 een discussiemiddag. Uit een ECER-inventarisatie van sindsdien gepubliceerde nationale uitspraken is af te leiden dat Nederlandse rechters niet snel een beroep op de Zambrano-uitspraak accepteren.
Op 8 maart 2011 heeft het EU-Hof uitspraak gedaan in de zaak Zambrano. Het EU-Hof oordeelde dat kinderen met de nationaliteit van een EU-lidstaat rechten ontlenen aan het Unierecht, ook wanneer zij geen gebruik hebben gemaakt van hun vrijverkeersrechten. Uitzetting van hun illegaal in België verblijvende Colombiaanse ouders had feitelijk tot gevolg dat de kinderen verplicht werden het EU-grondgebied te verlaten. Volgens het EU-Hof werd deze kinderen het effectieve genot van de met hun status van Unieburger verbonden rechten ontzegd.
In het arrest van 5 mei 2011 in de zaak McCarthy heeft het EU-Hof duidelijk gemaakt dat de Zambrano-uitspraak een uitzonderlijke situatie betrof. Klik hier voor eerdere berichtgeving op de ECER-site.
Het uitzonderlijke karakter van de zaak Zambrano wordt ook bevestigd in de nationale rechtspraak. Uit een inventarisatie van op rechtspraak.nl gepubliceerde nationale uitspraken is af te leiden dat Nederlandse rechters niet snel een beroep op de Zambrano-uitspraak accepteren.
Indien de zaak niet gaat om een verblijfsrecht zelf (maar de te betalen leges) of de zaak kan opgelost worden via de toepassing van artikel 8 EVRM, staat geen beroep open op Zambrano. Zie Rb Den Haag, 24 juni 2011, BR0696 en Rb Den Haag (zittingsplaats Haarlem) 22 april 2011, BQ2872.
Meerderjarige kinderen staat evenmin een beroep op Zambrano open. Zie Rb Den Haag (zittingsplaats Zwolle), 29 juni 2011, BR2997.- Indien de betrokken Unieburger feitelijk gebruik heeft gemaakt van zijn vrijverkeersrechten, wordt een beroep op Zambrano niet gehonoreerd. Zie Rb Den Haag (zittingsplaats Haarlem) 26 april 2011, BQ5774.
- Indien één van de ouders de Nederlandse nationaliteit heeft, wordt het beroep ook niet gehonoreerd, omdat in dat geval het vertrek van de niet-Nederlandse ouder niet resulteert in de verplichting voor het betrokken kind om Nederland te verlaten. Zie Rb Den Haag (zittingsplaats Roermond) 28 maart 2011, BQ0062, Rb Den Haag (zittingsplaats Den Bosch) 8 juli 2011, BR0795 en Rb Den Haag (zittingsplaats Den Bosch) 14 juli 2011, BR1625.
- De rechtbank Den Haag (zittingsplaatsen Utrecht en Groningen) neemt echter aan dat de tekst van het arrest Zambrano niet uitsluit dat in andere situaties dan die zoals in het geval van Zambrano een beroep op het arrest mogelijk is. In zaak BQ7068 van 1 juni 2011 heeft dit uiteindelijk er niet toe geleid dat Zambrano is toegepast. Maar in zaak BQ3576 van 6 mei 2011 heeft de voorzieningenrechter voorlopig geoordeeld dat de uitzetting van een moeder met de Servische nationaliteit op wiens schouders in wezen de zorg voor haar Nederlands minderjarig kind rust, niet gerechtvaardigd in het licht van de Zambrano-uitspraak, ook al heeft de vader de Nederlandse nationaliteit.