In maart 2009 zei toenmalig bestuurslid Linda Cook dat de olie- en gasmaatschappij Shell voorlopig niet meer zou investeren in wind- en zonne-energie. De strategische zet – “de technologieën zijn niet concurrerend, zelfs niet met subsidies”, zei Cook – kwam Shell in Nederland op forse kritiek te staan.
Nog geen half jaar na de uitspraken van Cook maakte het Japanse bedrijf Solar Frontier bekend een miljard dollar (725 miljoen euro) te investeren in een fabriek voor de productie van een nieuw type zonnepaneel. Solar Frontier is een dochteronderneming van het beursgenoteerde Showa Shell. En van dat bedrijf bezit multinational Shell 35 procent van de aandelen. Verder zit staatsbedrijf Saudi Aramco, de grootste olieproducent ter wereld, er voor 15 procent in. Beleggers hebben de rest.
De fabriek is afgelopen april officieel geopend en Shell heeft er omgerekend dus 350 miljoen dollar ingestopt. Maar er is door de oliemaatschappij geen publiciteit aan gegeven. Waarom niet? Marcel aan de Brugh schrijft in de krant: “Wil het misschien niet geassocieerd worden met zonne-energie? Of heeft het niet deelgenomen aan deze investering? Nee, dat is het niet, laat een woordvoerder van Shell weten. Het concern neemt gewoon haar deel op zich van de investeringsbeslissingen die Showa Shell neemt. Het is eerder dat het Japanse bedrijf ‘op enige afstand’ van Shell staat. Met andere woorden, Shell kan niet alles in de gaten houden. Ook al gaat het om een investering van 350 miljoen dollar. Moet je zoiets niet gewoon melden aan je beleggers?”
De fabriek van Solar Frontier is de grootste ter wereld in zijn soort. De panelen zijn gebaseerd op dunne-filmtechnologie. Het rendement van de panelen ligt lager dan dat van traditionele panelen van gekristalliseerd silicium, maar ze zijn ook een stuk goedkoper. De panelen worden inmiddels in grote hoeveelheden geleverd aan India, Duitsland, de VS, Afrika, Italië. Sinds vorige maand zijn ze in Nederland verkrijgbaar, bij groothandelaar SolarClarity in Weesp.