Het kabinet reageert met de brief op het verzoek van de Tweede Kamer om een verlenging van het verhoogde NHG-grensbedrag te bekijken. De verhoging naar 350.000 euro geldt na een verlenging vorig jaar sinds juli 2009 als onderdeel van een pakket aan maatregelen om de effecten van de economische crisis te bestrijden. Via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) staat de overheid bij NHG-hypotheken garant voor een eventuele restschuld. Op voorwaarde dat niet meer de helft van de hypotheek aflossingsvrij is, kunnen huizenkopers van hun bank een lager rentetarief krijgen.
Beide ministers constateren dat van de verhoogde NHG veel gebruik wordt gemaakt. Ruim de helft van alle hypotheken tussen de 265.000 euro en 350.000 euro is met NHG. De verhoogde grens sluit aan bij de categorie duurdere woningen waar de vraaguitval op de woningmarkt het grootst is. Tegelijkertijd benadrukt het kabinet dat een blijvend hogere NHG-grens onwenselijk is. De overheid hoort normaal gesproken geen rol te spelen in het duurdere segment. Bovendien zou de NHG dan een onevenredig grote rol op de hypotheekmarkt innemen: met de huidige kostengrens valt in potentie 80 procent van alle hypotheken onder het bereik van een NHG.
De situatie op de woningmarkt en de verslechterende economische vooruitzichten zijn voor het kabinet wel aanleiding om huizenkopers tot 2014 onder NHG-voorwaarden nog een hogere garantstelling te geven dan de oorspronkelijke norm van 265.000 euro. Met een geleidelijke afbouw benadrukt het kabinet dat de ophogingen tijdelijk zijn. De eenmalige premie die huizenkopers met een NHG-hypotheek voor de garantstelling betalen stijgt in 2012 van 0,55 % naar 0,70 % van de hypotheeksom. Hierdoor worden de buffers voor de NHG groter en nemen de risico’s voor de overheid als achtervang af.