1. De eigen woning tóch aanpakken
Het eigenwoningforfait is een deel van de WOZ-waarde (de virtuele marktwaarde van een woning) dat de huiseigenaar bij zijn of haar belastbare inkomen moet optellen. Dit jaar is dat deel voor de meeste huiseigenaren 0,6 procent van de WOZ-waarde. Verhoogt het kabinet het forfait dan nemen de ontvangsten uit de inkomstenbelasting toe. Tegen zo'n verhoging pleit dat het grote gevolgen kan hebben voor de financiële positie van huiseigenaren met alle macro-economische gevolgen van dien. Ook zorgt een algemene verhoging ervoor dat huiseigenaren met een kleine hypotheek meer belasting betalen dan ze aan aftrek binnen krijgen.
Het verhogen van het eigenwoningforfait is een noodsprong, die waarschijnlijk weer moet worden teruggedraaid als de woningmarkt en dus de hypotheekrenteaftrek hervormd gaan worden. VVD en PVV zijn daar mordicus tegen, maar het is precies wat ze volgens economen moeten doen. De snelste en simpelste manier om via het verhogen van het eigenwoningforfait geld op te halen is een generieke verhoging ervan in 2013. Een verdubbeling van het forfait voor alle huiseigenaren levert volgens een ambtelijke werkgroep ruim 1 miljard euro op.
2. Fiscalisering AOW
Vorig jaar kregen ruim drie miljoen 65-plussers circa 30 miljard euro aan AOW. Gepensioneerden hoeven geen 17,9 procent premie meer te betalen voor die oudedagsvoorziening. Ze betalen over de eerste 19 duizend euro inkomen geen 33, maar 15,1 procent belasting. En tot 33 duizend euro betalen ze geen 42, maar 24 procent. Het schrappen van dit onderscheid is het fiscaliseren van de AOW. Als een 65-plusser hetzelfde belastingpercentage als een 65-minner moet betalen, slaat dat een stevig gat in diens portemonnee. Vooral als die gepensioneerde alleen maar AOW krijgt. Boven een inkomen van ruim 33 duizend euro gelden nu al dezelfde belastingtarieven. Volgens het Centraal Planbureau gaan 65-plus huishoudens daar tot bijna 20 procent op achteruit.
Door de vergrijzing neemt het beroep op de AOW toe - in 2020 zijn er bijna 4 miljoen 65-plussers. Werkgevers en werknemers hebben zich in de SER zeven jaar geleden voorstander van fiscalisering getoond. Ze vrezen dat de AOW onbetaalbaar wordt als ouderen er niet aan meebetalen. Alle partijen, behalve de PVV en de SP, willen de pensioenleeftijd verhogen zodat het beroep op de AOW later komt. Maar de AOW-leeftijd gaat pas in 2020 naar 66 jaar; te laat om nu wat op te leveren.
Het dichten van het gat van de 17,9 belastingtariefprocenten tussen 65-minners en 65-plussers kan snel en iets minder snel. Doet het kabinet dit in één keer dan nemen de belastinginkomsten meteen met circa 9 miljard euro toe. Bij fiscalisering van de AOW in stappen van 4 procentpunt per jaar, incasseert het kabinet volgend jaar bijna 1,8 miljard euro. Tenminste: als de AOW-uitkeringen zelf gelijk blijven.
3. Het opheffen van de provincies
In de provincies gaat ruim 8 miljard euro om. Het rijk draagt via het Provinciefonds jaarlijks ruim 1 miljard bij. Het voorstel de provincies op te heffen, is de afgelopen decennia regelmatig voorbij gekomen, vooral als de opkomst bij de provinciale statenverkiezingen weer tegenvalt.
Opheffen van de provincies betekent vooral meer taken voor gemeenten. Dat scheelt 'bestuurlijke drukte': overheden lopen elkaar niet meer voor de voeten. En het scheelt 12 duizend gedeputeerden, wethouders, raadsleden en ambtenaren. Het huidige kabinet is evenwel juist doende taken van het rijk over te dragen aan lagere overheden zoals de provincies. Vanzelfsprekend zijn de provincies tegen hun opheffing, hetgeen ze rubriceren als 'randstedelijke waanideeën'.
De drie coalitiepartners VVD, CDA en PVV willen het provinciale takenpakket enigszins (CDA), sterk (VVD), zeer sterk (PVV) inperken. Daar pleiten vrijwel alle politieke partijen overigens voor. Geen enkele partij springt hartstochtelijk in de bres voor de provincies. Een grondwetswijziging en dus nieuwe verkiezingen zijn nodig om de provincies op te heffen. Dat levert volgens de 'bezuinigingsambtenaren' uiteindelijk 1,8 miljard euro op. Volgens de Nijmeegse hoogleraar en provinciehater Michiel de Vries is dat op termijn zelfs 4 miljard. Uit onderzoeken blijkt ook dat provincies en gemeenten met ruim 2 miljard euro minder toe kunnen, temeer omdat enkele provincies miljarden hebben verdiend aan de verkoop van energiebedrijven. Als het kabinet alvast de rijksuitkering aan provincie- en gemeentefonds beperkt en van de lagere overheden een grotere efficiëntie eist, dan kan dat in 2013 circa 800 miljoen euro opleveren.