Tysma|Lems is sinds 1953 een vertrouwd partner voor alle fiscale zaken (waaronder het opstellen van aangiften inkomstenbelasting) en voor advisering indien u als werknemer naar het buitenland wordt uitgezonden of vanuit het buitenland in Nederland komt te werken.

U bent eveneens bij ons aan het juiste adres als u meer fiscale informatie wenst over immigratie of emigratie, de 30%-regeling, uw sociale zekerheid en belastingplicht in Nederland bij grensoverschrijdende arbeid, etc.

Tegenwoordig staan wij diverse ondernemingen bij met vragen over het uitzenden van personeel naar het buitenland of het aantrekken van personeel vanuit het buitenland.

Translate this blog into another language!

Dutch English French German Spain Italian Russian Portuguese Japanese Korean Arabic Chinese Simplified

donderdag 31 mei 2012

Drempelbedrag van € 545 niet in mindering op middelingsteruggaaf

Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of de inspecteur bij de berekening van de middelingsteruggaaf terecht rekening heeft gehouden met een drempelbedrag van € 545.

Artikel 3.154, derde lid, van de Wet luidt: “De middelingsteruggaaf wordt berekend op het verschil van de belasting op inkomen uit werk en woning die over de jaren van het middelingstijdvak is geheven en de belasting op inkomen uit werk en woning die verschuldigd zou zijn indien het belastbare inkomen uit werk en woning in elk van die jaren een derde gedeelte zou bedragen van het totaal van de - ten minste op nihil te stellen - belastbare inkomens uit werk en woning in die jaren (herrekende belasting), voorzover dit verschil meer bedraagt dan € 545.”

Met de inspecteur is het Hof van oordeel dat het in artikel 3.154, derde lid, van de Wet bepaalde met zich brengt dat bij de berekening van de middelingsteruggaaf een drempelbedrag van € 545 in aanmerking moet worden genomen, en wel in die zin dat de middelingsteruggaaf het verschil beloopt tussen de geheven belasting en de herrekende belasting, verminderd met € 545. Dit laatste vloeit naar het oordeel van het Hof voort uit de zinsnede “voorzover dit verschil meer bedraagt dan € 545”. Deze interpretatie van de wettelijke bepaling strookt met hetgeen daaromtrent in de parlementaire geschiedenis met betrekking tot artikel 66a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (de voorloper van artikel 3.154 van de Wet) is opgemerkt:
“Is het wel juist om de belasting alleen terug te geven, voorzover zij het minimum overtreft? Indien het verschil eenmaal groot genoeg is om de technische moeilijkheden aanvaardbaar te achten, kan zonder bezwaar het gehele verschil tussen de geheven belasting en het gemiddeld verschuldigde worden teruggeven.
De bewindsman antwoordt op het eerste gedeelte van de vraag bevestigend. Hij wijst erop, dat de gestelde limieten noodzakelijkerwijs streng moeten zijn. Zou men, door deze limieten te overschrijden, het volle bedrag als teruggaaf ontvangen, dan ontstaat een te groot verschil tussen degene die net over de grens komt en een ander die de grens juist niet haalt. Bovendien kan ook voor eenzelfde belastingplichtige een bezwaarlijke situatie ontstaan, indien hij aanvankelijk door de grens even te overschrijden een forse restitutie ontving, doch nader door een kleine correctie blijkt dat het ontvangen bedrag ten volle moet worden teruggestort.” Eindverslag, Wet van 16 december 1964, Stb. 152, Kamerstukken II, 1963-1964, 5380, nr. 33, punt 56, blz. 44. 

Belanghebbendes standpunt dat de bepaling zo moet worden gelezen dat indien de teruggaaf meer bedraagt dan de drempel van € 545 het gehele bedrag (dus zonder daarbij een drempelbedrag in aanmerking nemen) dient te worden teruggegeven, acht het Hof derhalve onjuist. De inspecteur heeft de middelingsteruggaaf - overeenkomstig de wettelijke bepaling - op het juiste bedrag berekend en vastgesteld. Feiten of omstandigheden op grond waarvan zou kunnen worden geoordeeld dat de inspecteur door bij zijn berekening van de middelingsteruggaaf een drempelbedrag van € 545 in aanmerking te nemen heeft gehandeld in strijd met enig in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel van behoorlijk bestuur zijn niet aannemelijk geworden.

Voorts heeft belanghebbende zich op het standpunt gesteld dat het hanteren van een drempel van € 545 (op de wijze zoals de inspecteur voorstaat) bij de berekening van de middelingsteruggaaf “geen recht, dan wel afbreuk doet aan rechtvaardige belastingheffing”. Dit standpunt kan belanghebbende niet baten. Voorop staat dat de rechter volgens de wet moet rechtspreken en de innerlijke waarde of billijkheid van de wet niet mag beoordelen (artikel 11 van de Wet van 15 mei 1829, houdende algemene bepalingen der wetgeving van het Koningrijk, Stb. 1829, 28). In dezen doet zich voorts niet een situatie voor waarin (de toepassing van) artikel 3.154, derde lid, van de Wet niet verenigbaar is met enige bepaling van een verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie (vgl. artikel 94 van de Grondwet). Gelet op de ruime beoordelingsvrijheid die op fiscaal gebied aan de wetgever toekomt levert de onderhavige wettelijke bepaling geen strijd op met het bepaalde in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en/of enige andere bepaling van internationaal recht. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is het gelijk aan de zijde van de inspecteur. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.

De nieuwsberichten op deze site per e-mail ontvangen?

Wilt u ook de berichten op deze site per e-mail ontvangen? Typ uw e-mailadres in onderstaande balk in. Zodra u uw e-mailadres heeft ingevuld en op de 'Graag!'-button heeft geklikt, opent er een popup-menu (Feedburner). Deze is in de Engelse taal. Om spam te voorkomen dient u de tekst over te typen in de lege box en daarna te klikken op 'Complete Subscription Request'.

In uw mailbox ontvangt u nu een bevestigingsmail. Hierin is een link opgenomen. U moet op deze link klikken om definitief te bevestigen dat u de berichten van Tysma|Lems wenst te ontvangen! Ontvangt u geen e-mail van Feedburner? Check uw spamfolder!

Populaire berichten

Zoekt u iets op deze site?

x

In de offshore gewerkt? Of (als zeevarende) buiten Nederland gewerkt?

Voor wie?
Als u in de jaren 1989 t/m 1991 als ingezetene gewerkt heeft op het Nederlandse gedeelte van het continentale plat, bewaart u dan alle bescheiden die u nog over deze jaren heeft ontzettend goed! Ditzelfde geldt voor diegene die (als zeevarende) buiten Nederland werkzaamheden heeft verricht in de jaren 1989 t/m 1996. Of voor degene die als niet-ingezetene tot 1 januari 2012 gewerkt heeft op het Nederlandse gedeelte van het continentale plat.

Waarom?
Bij het vaststellen van de hoogte van uw AOW kunnen uw bescheiden het positieve verschil maken bij het berekenen van een eventuele korting op de hoogte van uw AOW. In sommige gevallen kan volledige korting voorkomen worden!

Wanneer van belang?
Zodra de hoogte van uw AOW (tussentijds) wordt vastgesteld kunnen deze documenten van pas komen.

Meer info via dit blog, de site www.tysmalems.nl en www.AOWclaim.nl.

Ook een interessant bericht voor deze nieuwspagina?

Heeft u ook een interessant bericht over belasting, zeevaart, offshore, etc.? Laat het gerust weten! Wellicht wordt uw bericht ook geplaatst. Uw bericht kunt u zenden aan info@tysmalems.nl o.v.v. 'Bericht voor nieuwspagina'.

Buiten Nederland gewoond en/of gewerkt? Check AOWclaim.nl! Of bel + 31 (0) 10 - 412 12 25 voor meer info.