De Rechtbank heeft die vraag ontkennend beantwoord, omdat die trainingskampen, waaronder de bedoelde wedstrijden, waren gericht op training en niet op het publiek. Daarom heeft belanghebbende geen persoonlijke werkzaamheden als zodanig verricht in Spanje en Thailand en heeft hij geen recht op de bedoelde belastingvrijstelling.
Het Hof stelt belanghebbende echter in het gelijk. Onder verwijzing naar het arrest BNB 2007/144 oordeelt het Hof dat in de omstandigheden van het geval niet anders kan worden geoordeeld dan dat belanghebbende persoonlijke werkzaamheden als zodanig heeft verricht. Het Hof vindt dat er geen reden is om belanghebbende in dit verband anders te behandelen dan de schaatser uit het arrest BNB 2007/144. Het hoger beroep van belanghebbende is gegrond.