De economische crisis raakt de monumentensector: de koepel van restauratiebedrijven maakt melding van faillissementen en ontslagen. Grootschalige investeringen op korte termijn helpen het restauratieambacht te behouden en de crisis tegen te gaan. Daarbij loont investeren in de restauratie van monumenten: de rijksbijdrage werkt als een vliegwiel en brengt andere geldstromen op gang. “Deze korte termijninvesteringen zijn ook op de lange termijn lonend, want voor iedere euro die de overheid uitgeeft aan restauratie van monumenten, vloeit anderhalve euro terug in de staatskas, onder andere door extra inkomsten uit belastingen en toerisme”, aldus staatssecretaris Zijlstra.
Van het totale bedrag gaat € 27 miljoen naar restauraties van zes rijksmonumenten die startklaar zijn, maar meerdere malen niet in aanmerking kwamen voor een restauratiesubsidie. Het gaat om de Kathedrale Basiliek van Sint Bavo te Haarlem, de Nieuwe Kerk te Delft, Chatelet van Kasteel de Haar in Haarzuilens, de Rooms Katholieke Kerk van Sint-Franciscus van Assisi te Amsterdam, de basilicale kruiskerk Heilig Hart van Jezus te Vinkeveen en de Gereformeerde Kerk te Andijk.
Daarnaast wordt het beschikbare bedrag voor leningen om restauraties uit te kunnen voeren (Revolving Fund-plus) versneld verruimd met ruim € 20 miljoen. Het Nationaal Restauratiefonds kan hierdoor meer laagrentende leningen verstrekken aan eigenaren van niet–woonhuismonumenten. Vanaf dit jaar zijn de provincies verantwoordelijk voor de verdeling van de rijksgelden die voor restauratie van rijksmonumenten bestemd zijn. Met hen was afgesproken dat er voor zes oude restauratieplannen nog een oplossing gevonden zou worden.