Dit recht mag niet lichtvaardig worden beperkt op grond van bezuinigingsdoelstellingen en overwegingen van meer eigen verantwoordelijkheid van de burger en meer inventiviteit in de geschillenbeslechting. Daarbij neemt de commissie in overweging dat:
- burgers zonder al te grote extra offers toegang tot een onafhankelijk, collectief gefinancierd, rechtscollege dienen te hebben;
- het huidige griffierecht in kleine zaken al een belemmering voor burgers is om in bestuurszaken hun recht te zoeken;
- uit eigen ervaring bekend is dat de huidige financiële drempel al als een onrechtvaardigheid wordt ervaren;
- een verhoging van het griffierecht in het bestuursrecht tot een verdergaand gevoel van onrechtvaardigheid en machteloosheid zal leiden.
In belastingprocedures wordt voor burgers het griffierecht voor het instellen van beroep bij de rechtbank verhoogd van € 41 naar € 500. Met een verklaring van de Raad voor Rechtsbijstand komt de burger in aanmerking voor een lager griffierecht, afhankelijk van zijn inkomen en vermogen. Voor rechtspersonen wordt het griffierecht verhoogd van € 302 naar € 500. Met een verklaring van de Raad van Rechtsbijstand kan dit worden verlaagd naar € 250. In hoger beroep zal niet alleen de eiser, maar ook de verwerende partij griffierecht moeten gaan betalen van € 1.250, dat kan worden beperkt met een verklaring van de Raad voor Rechtsbijstand. Slechts in kantonzaken, waarin gedaagden zelf verweer kunnen voeren, hoeven verweerders in hoger beroep geen griffierecht te betalen. De commissie stelt de vraag, waarom dit voor bestuurszaken anders is, omdat ook daarin geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt.
Bezuinigingen
Volgens de commissie is de wetgever in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor beperking van het beroep op de fiscale rechter. Met begrijpelijker wetgeving, minder instrumentalistisch ingestoken wetgeving en voldoende budget voor de uitvoering kan het aantal fiscale procedures drastisch afnemen. De commissie vindt verdere bezuinigingen voor de Belastingdienst dan ook niet wenselijk. Ook verantwoordelijk voor een efficiënte fiscale geschillenbeslechting zijn volgens de commissie fiscale professionals zoals belastingambtenaren, belastingadviseurs en andere rechtsbijstandverleners. In dit verband wijst de commissie op het programma Horizontaal Toezicht van de Belastingdienst dat is gericht op een open, transparante verhouding tussen belastingplichtigen, belastingadviseurs en de Belastingdienst. Als kernwaarde blijft gelden, ook volgens de Belastingdienst, dat verschil van inzicht mogelijk blijft: ‘agree to disagree’. Een beroep op de rechter is dan de aangewezen stap.