Nederlanders houden van sparen en vooral, van fiscaal voordelig sparen. En wat doen we met dat geld? We gaan vervroegd met pensioen, maar juist daar wil de overheid nu stokje voor steken. De levensloopregeling en de spaarloonregeling worden omgezet in een vitaliteitsregeling. Iedereen mag deelnemen en Z24 zet de voor- en nadelen op een rijtje.
Let op! de vitaliteitsregeling gaat officieel in per 1 januari 2013, maar al in 2012 mag je je niet langer aanmelden als nieuwe deelnemer aan de huidige levensloopregeling.
Hoe werkt de vitaliteitsregeling precies?
Het is een spaarregeling. Iedereen, werknemer, werkgever, ondernemer of zzp-er, mag van zijn netto-inkomen jaarlijks maximaal 5.000 euro opzij zetten op een speciaal daarvoor bestemde rekening. Dat bedrag mag hij of zij van zijn belasting aftrekken in box 1, het inkomen uit loon of werken. Op de rekening mag maximaal 20.000 euro staan – maar die euro’s worden zijn belastingvrij. Pas bij het opnemen – en dat mag op elk gewenst moment – klopt de fiscus aan.
Het kabinet zag dat de levensloopregeling met name werd gebruikt om vervroegd met pensioen te gaan. Dat was niet het doel van de regeling, die beoogde mensen een adempauze te gunnen in “het spitsuur van het leven”. En het komt het kabinet ook helemaal niet goed uit dat mensen eerder met pensioen gaan. In deze vergrijzende tijden moeten wij juist langer aan het werk blijven. Dus wordt de stekker uit de levensloopregeling getrokken.
Nadelen vitaliteitsregeling
De vitaliteitsregeling heeft een paar voorwaarden die het lastig maken om het spaargeld te gebruiken voor een verzorgde oude dag. Zo is het maximaal te sparen bedrag expres laag gehouden met 20.000 euro. Ook mag een rekeninghouder na zijn 62e verjaardag nog maar de helft van dat bedrag per jaar opnemen. De meeste mensen kunnen hun vitale oude dag niet van minder dan duizend euro per maand betalen – en dan gaat van dat bedrag nog belasting af.
Een ander nadeel ten opzichte van de levensloop- en de spaarloonregeling is dat gespaard wordt van het nettoloon en niet van het brutoloon. Weliswaar is het gespaarde bedrag fiscaal aftrekbaar, maar uiteindelijk brengt de spaarder toch meer geld in het overheidslaatje. Ook dat komt de overheid niet slecht uit nu zij vele miljarden wil bezuinigen.
Voordelen vitaliteitsregeling
Niet alles is ach en wee. De regeling kent ook voordelen ten opzichte van de voorgangers. Zo mag dit keer iedereen meedoen. Werknemers, werkgevers, ondernemers, zzp-ers, iedereen is vrij om een vitaliteitsrekening te openen.
En er mag een stuk meer gespaard worden dan in de spaarloonregeling mogelijk was, waar de max op 613 euro per jaar lag. Het geld is bovendien vrij opneembaar, terwijl het spaarloontegoed vier jaar vast stond en het levenslooptegoed alleen gebruikt mocht worden voor verlof.
Bovendien wordt het spaartegoed, zolang het op de rekening staat, niet belast in box 3. Dat is weliswaar geen verbetering ten opzichte van de voorgangers, die dezelfde voorwaarde hadden, maar ook geen verslechtering.
Verder mag er maximaal 20.000 euro op de rekening worden gespaard. Dat betekent ook dat als een spaarder een deel van het geld opneemt om een wereldreis te maken, een opleiding te volgen, een huis te kopen of een krediet af te lossen, hij dat geld ook weer mag aanvullen. Er kan dus voortdurend geschoven worden met potjes. De peildatum is 1 januari.
En voor werkgevers en ondernemers is er ook een zilveren randje: de administratieve rompslomp die levensloop- en spaarloonregeling met zich meebrachten, verdwijnt. In de vitaliteitsregeling wordt gespaard van het nettoloon, dus de werkgever hoeft bij het uitschrijven van de salarisstrookjes geen rekening meer te houden met eventuele spaarregelingen.
Spaarders en de vitaliteitsregeling
Het kabinet heeft een overgangsregeling bedacht voor de mensen die nu sparen in een spaarloon- of levensloopregeling. Voor de spaarloonspaarders verandert weinig, behalve dat zij niet opnieuw kunnen deelnemen. De huidige spaarloontegoeden vallen tussen 2013 en 2016 vrij en zullen dan niet worden belast. Na 2016 verdwijnt de spaarloonregeling.
Deelnemers aan de levensloopregeling moeten zich wel even achter de oren krabben en de papieren erbij pakken. Wie op 1 januari 2013 meer dan 3.000 euro op de levenslooprekening heeft staan mag tegen de huidige voorwaarden doorsparen – maar zonder de levensloopverlofkorting op de inkomstenbelasting (maximaal 210 euro per jaar). Die vervalt op diezelfde datum.
Wie op 1 januari 2013 minder dan 3.000 euro op diezelfde rekening heeft staan, mag niet verder sparen. Hij heeft de keus: of hij stort dat geld onbelast op een vitaliteitsrekening (ook als het totale bedrag meer dan 20.000 euro bedraagt) of hij neemt het op en moet belasting betalen. Maakt hij geen keus, dan betaalt hij op 1 januari 2014 alsnog belasting over het hele spaartegoed.
Stok als wortel vermomd
Het kabinet houdt spaarders een wortel voor, namelijk een vitaliteitsregeling die meer te bieden heeft dan de spaarloonregeling. Maar diezelfde wortel is ook een stok om de levensloopregeling en daarmee één van de mogelijkheden om vervroegd met pensioen te gaan eruit te dirigeren.