Werking van de Zandmotor
Tussen Ter Heijde en Kijkduin is door Van Oord en Boskalis 21,5 miljoen kuub zand aangebracht. Wind, golven en zeestroming zijn al aan de slag om dit zand langs de Delflandse kust te verspreiden. De kust groeit op natuurlijke wijze aan waardoor de kust veiliger wordt en er een nieuw natuurgebied ontstaat. Daarnaast is het met de komst van de Zandmotor niet meer nodig elke vijf jaar zand op de dit van de kust te spuiten, dit scheelt in de kosten en werkt minder verstorend voor het bodemleven. De natuurlijke ontwikkelingen worden de eerste 10 jaar nauwkeurig in de gaten gehouden. Eind oktober was bijvoorbeeld al duidelijk dat de punt van de Zandmotor sneller dan verwacht naar de kust toegroeit. De Zandmotor is 128 hectare groot. De breedte aan het strand is circa 2 kilometer. Het schiereiland steekt circa 1 kilometer de zee in. De verwachting is dat het schiereiland na 10 tot 20 jaar 35 hectare nieuw strand en duin oplevert. Het publiek kan vanaf vandaag vrij wandelen over de Zandmotor.
Namens de provincie heeft gedeputeerde Han Weber het beheer van de Zandmotor op zich genomen. “Inwoners en bezoekers van Zuid- Holland hebben er sinds vandaag 256 voetbalvelden nieuwe natuur bij. En dat is hard nodig. Voor de natuur en het in stand houden van bestaande soorten dieren en planten. Maar vooral ook voor het welzijn en de welvaart van onze inwoners,“ benadrukt Han Weber. De Stichting Het Zuid-Hollands Landschap wordt de dagelijks beheerder van dit nieuwe natuur- en recreatiegebied. Omdat de Zandmotor nieuw is, houden provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat samen met de betrokken gemeenten Westland en Den Haag de zwemveiligheid goed in de gaten. Met de reddingsbrigades zijn afspraken gemaakt over de zwemveiligheid in het gebied van de Zandmotor vanaf het badseizoen van 2012. Tot die tijd geldt een zwemverbod vanaf de Zandmotor. Bij de start van het zwemseizoen op 1 mei 2012 wordt opnieuw naar het zwemverbod gekeken.
Samenwerking en kosten
De Zandmotor is een samenwerkingsproject van de provincie Zuid-Holland en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. In de planfase had de provincie het voortouw, in de uitvoeringsfase Rijkswaterstaat. Beide partners hebben het project ook gezamenlijk gefinancierd: het rijk betaalde 58 miljoen euro, de provincie 12 miljoen euro. De rijksbijdrage komt voor een deel (30 miljoen euro) uit de crisis- en herstelwet. Over het beheer zijn afspraken gemaakt tussen Rijkswaterstaat, provincie Zuid-Holland, gemeente Westland, gemeente Den Haag en Hoogheemraadschap van Delfland. Door de uitstekende samenwerking is het gelukt om binnen de geplande tijd en het beschikbare budget een schiereiland op te leveren waarmee Nederland internationaal stevig op de kaart wordt gezet.