Een buitenlandse belastingplichtige die niet in Nederland woont, maar wel 90% of meer van zijn inkomen in Nederland verdient, heeft op grond van jurisprudentie van het Europese Hof recht op hypotheekrenteaftrek voor zijn buitenlandse woning. EU-landen zijn verplicht om dit soort aftrekposten te geven aan buitenlandse belastingplichtigen die zo’n groot deel van hun inkomen in dat land verdienen. Nederland kent daarvoor de zogenoemde keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen.
De maatregel van de staatssecretaris zorgt ervoor dat belastingplichtigen die voldoen aan de zogeheten 90%-eis nog wel gebruik moeten maken van de keuzeregeling, dus moeten kiezen dat ze als binnenlandse belastingplichtige aangemerkt willen worden, maar dat eenmaal verleende hypotheekrenteaftrek op grond van de inhaal- en clawbackregeling in de toekomst niet meer wordt teruggenomen. Nu is het nog zo dat het voordeel van de hypotheekrenteaftrek, die bij buitenlandse belastingplichtigen gezien kan worden als negatief buitenlands inkomen, in latere jaren alsnog verloren kan gaan.
De staatssecretaris loopt met zijn beleidsbesluit vooruit op de definitieve beslissing over de toekomst van de keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen. Bij het Hof van Justitie van de EU lopen momenteel nog rechtszaken die mede van invloed kunnen zijn op de definitieve vormgeving van de regeling voor buitenlandse belastingplichtigen.