De jaarlijkse aanpassing wordt berekend door middel van een formule die gebaseerd is op de ontwikkkelingen van de ambtenarensalarissen in acht lidstaten (waaronder ook Nederland). Volgens de Commissie heeft de Raad geen beoordelingsmarge bij de beoodeling van de uitkomst van de formule en dient de Raad het voorstel van de Commissie goed te keuren.
Het is niet de eerste keer dat een conflict over de EU-salarissen in voor het Hof komt. Laatstelijk deed het Hof in november 2010 uitspraak over de jaarlijkse aanpassing. Toen trok de Commissie aan het langste eind. Het Hof oordeelde dat de Raad niet op eigen houtje kan besluiten af te wijken van de berekeningsformule, zonder gebruik te maken van de zogenoemde "uitzonderingsclausule" in het EU-ambtenarenstatuut (artikel 10 van bijlage XI). In dat artikel staat dat in geval van ernstige en plotselinge verslechtering van de sociaaleconomische toestand binnen de EU, die wordt beoordeeld aan de hand van door de Commissie verstrekte objectieve gegevens ter zake, de Commissie passende voorstellen indient bij de Raad.
De Raad verzocht de Commissie in 2011 twee keer om gebruik te maken van deze clausule. De Commissie deed dat niet. Dat is voor de Raad op zijn beurt reden om beroep in te stellen bij het Hof tegen de Commissie. De Commissie deed onlangs ook een voorstel tot aanpassing van het EU-ambtenarenstatuut.